Vrijdagavond 31 december 2010
Vandaag wil ik heel hartelijk danken voor de gastvrijheid die wij hier in Rotterdam en omgeving hebben ontvangen. Veel dank aan de gast-kerken en heel in het bijzonder aan al die mensen die hun hart en hun huis hebben opengesteld om de jongeren een onderdak te bieden. Veel dank aan de verantwoordelijken van de kerkgemeenschappen en allen die ons hebben geholpen bij de voorbereiding van deze ontmoeting. En veel dank aan alle burgelijke autoriteiten die hun medewerking hebben verleend.
Vreugde, mededogen, vergeving: in de afgelopen dagen hebben jullie samen de betekenis van deze drie evangelische waarden verdiept. Velen ervaren deze waarden als een diepgaande realiteit van waaruit zij leven. Wij broeders hopen dat zij ook ons steeds meer zullen inspireren, in ons eigen leven en in het leven van allen die wij in Taizé verwelkomen.
In veel landen van de wereld wordt het steeds moeilijker om naar God te verwijzen. Er zijn in onze tijd veel mensen die heel serieus zoeken naar de zin van het leven, maar die niet kunnen geloven in een God die hen persoonlijk liefheeft. Voor hen lijkt het onvoorstelbaar dat God samen met hen op weg wil gaan.
Anderen kunnen onmogelijk geloven door de vele beproevingen die zij ondergaan. Als God bestaat, waarom is het kwaad dan zo machtig? Hoe kunnen wij, terwijl we steeds verder doordringen in de complexiteit en de oneindigheid van ons bestaan, geloven dat God overal aanwezig is, dat Hij zich tegelijkertijd bekommert om heel de wereld en om ieder mens afzonderlijk? Als God al bestaat, luistert Hij dan naar ons gebed, geeft Hij ons antwoord?
Toch lijkt de vraag naar God onuitroeibaar aanwezig in het hart van de mens. In elke man en elke vrouw, in ieder kind leeft het verlangen om lief te hebben en bemind te worden. Wij verlangen allemaal naar erkenning van onze menselijke waardigheid, naar een liefde die altijd duurt. Is die hunkering naar ‘iets dat blijft’ geen uitdrukking van een verlangen naar God?
Kun je in deze moderne wereld nog wel in God geloven? Het geloof manifesteert zich in onze tijd steeds meer als een risico, het risico van vertrouwen. Om dat risico te kunnen nemen, hebben wij niet genoeg aan onze menselijke capaciteiten, noch aan die van ons hart, noch aan die van ons verstand.
Ook al zijn wij gelovige mensen, wij streven niet altijd genoeg naar verdieping van ons geloof. Zo kan er een kloof ontstaan tussen onze kennis op geloofsgebied en de kennis die wij op andere terreinen hebben verworven. Een geloof dat enkel steunt op kennis en ervaringen uit de kindertijd, kan moeilijk het hoofd bieden aan de vragen van een volwassene.
Het is dus heel belangrijk om te bouwen aan een persoonlijke relatie met God. Hoe kunnen wij steeds dieper doordringen in die relatie? Hoe kunnen wij onze hoop van daaruit voeden?
Ook al begrijpen wij maar weinig van het evangelie, wij kunnen toch proberen om ons begrip te vergroten door te beginnen met één woord of één zin, die we in de praktijk proberen te brengen. Iedereen kan zichzelf afvragen: welk woord, welke zin uit het evangelie raakt mij en wil ik de komende tijd in praktijk brengen, te beginnen met vandaag?
Ieder van ons kan zijn of haar vertrouwen in Christus delen met anderen. Dat gebeurt misschien niet altijd door middel van woorden, maar veel meer door onze manier van leven. En dan ontdekken wij tot onze verbazing: terwijl wij bezig zijn om de boodschap van Christus’ opstanding door te geven aan anderen, gaan we er zelf steeds meer van begrijpen. Als dit mysterie steeds meer het centrum wordt van ons bestaan, kan het ons leven daadwerkelijk omvormen.
Ja, laten we moed vatten om, door middel van ons eigen leven, de boodschap van het evangelie en de hoop op die liefde die altijd duurt, door te geven aan anderen.
Zo zullen wij gaandeweg ontdekken dat God aanwezig is, heel dichtbij, hier en nu. Door zijn Geest woont Hij in ons. Als wij ons dichtbij God weten, kunnen wij de gave ontwikkelen die ons in staat stelt om anderen te ontvangen. Dan bestaat onze eerste zorg erin dat wij diegenen die aan ons zijn toevertrouwd welkom heten, hen een plaats geven in ons leven. Het gebed maakt ons steeds gevoeliger voor hen die zelf niets hebben: verwaarloosde kinderen, vluchtelingen, daklozen.
Broeder Roger schreef eens: “In de unieke gemeenschap die de Kerk is, schenkt God ons alle mogelijkheden om bij de bronnen van ons geloof te komen: het evangelie, de eucharistie, de vrede van de verzoening…” en hij concludeert daaruit: “De heiligheid van Christus is dus niet onbereikbaar, maar heel nabij, hier en nu.”
Als gelovigen volgen wij geen idealen na, maar wij volgen een persoon: Christus. Wij zijn niet alleen, Hij gaat voor ons uit. Ieder van ons, hoe arm en kwetsbaar ook, is geroepen om in zijn eigen leven iets van het licht van de heiligheid van Christus te weerspiegelen. Wij kunnen allemaal een beetje lichtje om ons heen verspreiden, zoals wij nu ook een lichtje aan elkaar zullen doorgeven.
En God wil steeds opnieuw met ons op weg gaan, Hij geeft het nooit op. Wij mogen geloven dat wij in verbondenheid met Hem kunnen leven en dat ook wij het nooit op hoeven te geven. Steeds opnieuw kunnen wij de strijd weer aangaan, als heel eenvoudige mensen, die zich toevertrouwen aan Gods barmhartigheid.
De kinderen: vanavond groeten wij de jongeren uit Oostenrijk, Zwitserland, Groot-Brittannië, Ierland, Frankrijk, Andorra, Duitsland, Luxemburg, België, Griekenland, en alle jongeren uit Nederland, Togo, Senegal, Kameroen, Eritrea, Zimbabwe, Congo, Benin, Gabon, Ghana, Zuid-Afrika, Egypte, Kaapverdië, Equator, Australië en Nieuw-Zeeland.
Donderdagavond 30 december 2010
Het is een grote vreugde om deze dagen samen te zijn met mensen uit zoveel verschillende landen en zoveel verschillende christelijke kerkgemeenschappen. Dat doet ons opnieuw beseffen dat Christus ons bijeenbrengt in één gemeenschap: de gemeenschap van zijn Kerk.
Van harte danken wij degenen die zich deze dagen bij ons aansluiten vanuit een andere achtergrond dan het christelijk geloof, zodat wij samen uiting kunnen geven aan hetzelfde verlangen naar vrede en verzoening op aarde.
“Vrede op aarde!” Deze boodschap staat helemaal aan het begin van het evangelie volgens Lucas. Wij kunnen allemaal een bijdrage leveren aan deze vrede op aarde. Maar daarvoor moet die vrede eerst, en steeds opnieuw, geboren worden in onszelf.
Dat vraagt om een persoonlijke zoektocht. Tegenwoordig steunen wij veel minder dan vroeger op tradities en instituten. In onze tijd willen wij de antwoorden uit het verleden op fundamentele levensvragen niet zomaar opnieuw aannemen, maar ze eerst bespreken en bevragen.
Ook het geloof in God vraagt in deze tijd om een heel persoonlijke keuze. Die keuze staat de twijfel niet in de weg, maar houdt de deur van ons hart geopend om steeds opnieuw de innerlijke vrede te kunnen ontvangen.
Waar vinden wij de bron van deze innerlijke vrede? In de vergeving. Dankzij Christus wordt de belofte werkelijkheid, die al eeuwen vóór zijn geboorte werd gedaan: “God vergeeft al onze zonden.” Omwille van die vergeving heeft Christus het kwaad op zich willen nemen, en Hij blijft dat doen.
In de ‘Brief uit Chili’ spreek ik veel over vergeving, omdat dit zo broodnodig is, zowel in ons persoonlijk leven als in onze samenleving. Het is ook het thema voor jullie groepsgesprekken morgenochtend.
Ons leven toevertrouwen aan Gods vergeving: dát is een bron van diepe vreugde en vrijheid. Vergeving vormt ons om tot mensen met verantwoordelijkheidsbesef. Wij gaan ernaar verlangen om op onze beurt hen te vergeven die ons hebben gekwetst. Soms is de pijn te groot en slagen wij er niet in om de anderen te vergeven. Laten we dan proberen om voor hen te bidden. Daarbij mogen we weten dat het verlangen om te vergeven al de eerste stap is op weg naar vergeving.
Ook onze samenleving heeft vergeving nodig. Europa heeft vergeving nodig om zich verder uit te kunnen bouwen. In Nederland hebben de vorige generaties daar al veel ervaring mee opgedaan na de verschrikkelijke oorlog waaronder dit land en in het bijzonder deze stad Rotterdam zo hevig heeft geleden.
Natuurlijk doet vergeving niets af aan de roep om gerechtigheid. Vergeving zet die roep juist extra kracht bij. Ik wil hier graag woorden aanhalen van iemand die veel verantwoordelijkheid droeg in de politiek, en die ook aan deze ontmoeting deelneemt: “Wij kunnen veel bijdragen aan de vrede als wij weigeren de herinnering aan de wonden uit het verleden over te dragen op de volgende generatie.” Het gaat hier niet om het simpelweg vergeten van een pijnlijk verleden, maar om de oproep van het evangelie: laat de vergeving de herinnering overstijgen en verbreek de keten die gevoelens van wrok en haat veroorzaakt.
In Latijns-Amerika heerst er al jaren politieke spanning tussen Bolivia en Chili. Tijdens onze ontmoeting in Santiago, nog maar kort geleden, gingen de Boliviaanse jongeren op een gegeven moment samen naar de plaats waar de Chileense jongeren bij elkaar waren. Met een gedicht hebben zij toen hun vastberaden wens tot verzoening uitgedrukt.
In het komende jaar zetten wij onze ‘Pelgrimage van Vertrouwen’ voort. Juist in deze tijd, waarin de economische problemen zich steeds meer laten voelen, blijkt het bevorderen van vertrouwen tussen volken en binnen samenlevingen heel hard nodig. Hierbij kunnen ontmoetingen en persoonlijke uitwisseling een hulp zijn.
Ook in het nieuwe jaar gaan de wekelijkse ontmoetingen in Taizé door, om aan iedereen een mogelijkheid tot geloofsverdieping aan te bieden.
Veel jongeren uit de Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland komen naar Taizé en naar de Europese ontmoetingen, speciaal ook hier in Rotterdam. In april gaan wij met enkele broeders en met jongeren uit heel Europa naar Moskou om daar de Goede Week en het Paasfeest te vieren met de orthodoxe kerk. Het Russische patriarchaat heeft ons daarvoor uitgenodigd. Het is een unieke kans om deze kerk beter te leren kennen. Orthodoxe parochies en gezinnen willen ons daar ontvangen.
Over een jaar, van 28 december 2011 tot en met 1 januari 2012, wordt de volgende Europese ontmoeting gehouden. Deze vindt plaats in een stad waar nog nooit een Europese ontmoeting werd gehouden en waar de jongeren al lange tijd naar ons uitzien: wij zijn uitgenodigd in Duitsland, door alle kerkgemeenschappen en de burgemeester van Berlijn.
Ook op andere continenten gaat onze ‘Pelgrimage van Vertrouwen’ verder. Wij zijn uitgenodigd om een internationale ontmoeting voor te bereiden in een Afrikaans land. Over twee jaar, van 14 tot en met 18 november 2012, zullen de christenen van Rwanda ons ontvangen in de stad Kigali.
De kinderen: Elke avond bidden wij voor de volken die hier aanwezig zijn. Vanavond groeten wij de jongeren uit Wit-Rusland, Rusland, Oezbekistan, Oekraïne, Georgië, Albanië, Servië, Bosnië-Herzegovina, Roemenië, Montenegro, Litouwen en Slowakije.Wij groeten ook de jongeren uit China, Hongkong, Korea, Japan, India, Indonesië, Singapore, de Filipijnen, Vietnam, Israël, Syrië en Irak.Wij begroeten vanavond speciaal de hier aanwezige Kardinaal, de apostolische nuntius, de bisschoppen en voorgangers uit de protestantse, orthodoxe, katholieke en oud-katholieke kerken van Nederland en van andere landen. Wij begroeten ook de Commissaris van de Koningin en de politici uit de stad en de regio van Rotterdam.
Woensdagavond 29 december 2010
Tien dagen geleden, na de Latijns Amerikaanse ontmoeting in Chili, heb ik twee dagen in Haïti doorgebracht. Jaren geleden zijn een aantal van ons daar ook geweest, samen met broeder Roger. En sinds die tijd is de band met dat land steeds sterker geworden. Vijfentwintig jongeren uit Haïti hebben deelgenomen aan de ontmoeting in Santiago.
Vorig jaar de aardbeving, toen de orkaan, toen de cholera. Haïti is geteisterd. Een enorme golf van sympathiebetuigingen vanuit de gehele wereld kwam als antwoord. En ik denk dat wij allemáál dit volk dat zo overspoeld is met rampen nabij willen zijn.
Toen ik aankwam in Port-au-Prince, werd ik welkom geheten door de jonge bisschop, Pierre Dumas. We zijn direct naar de ruïnes van de kathedraal gegaan om daar te bidden. Op weg daarheen stonden tenten, midden in de stad, zover je kon kijken: anderhalf miljoen van de zeven miljoen Haïtianen leven nog steeds dicht opeengepakt in deze tenten. Doordat het leven zo hard is, breekt er steeds opnieuw geweld uit. Het zou het land zo in vlammen kunnen zetten.
Zondagmorgen kwamen ongeveer 400 kinderen voor de Eucharistie bijeen bij de zusters van Moeder Theresa. De meesten van hen waren wees. In een ruimte daar vlakbij zijn de baby’s. Sommigen ernstig ziek.
De tijd die ik bij deze baby’s doorbracht heeft sporen in mij achtergelaten die nog voelbaar zijn. Waar zijn ze vandaan gekomen? Hoelang zullen ze in leven blijven? - vragen waar geen antwoord op is. Maar daar bij hen zijn en zien hoe ze proberen onze aandacht te vangen, was een moment van intens diep mededogen.
Mededogen komt nooit van één kant. In het geven ontvangen we. Tijdens die dagen in Haïti hebben we vaak stilgehouden om een moment te bidden met een paar mensen. Dat ging zó natuurlijk.
En keer op keer realiseerde ik mij dat de Haïtianen uit hun vertrouwen in God een uitzonderlijk vermogen putten om vol te houden ondanks alles en door alles heen. Zelfs in het meest onbegrijpelijke lijden is Christus aanwezig. Dieper dan alle ellende. We zouden doordrongen willen worden van hun vertrouwen in God.
Hier in Rotterdam zijn er drie Haïtianen in ons midden. Zij leven op dit moment in Taizé. Ook al is het niet mogelijk allemaal te weten wat zij hebben moeten doorstaan deze afgelopen maanden, we willen hen zeggen dat we hen heel nabij willen zijn en blijven. Christina zal nu iets zeggen.
Christina: We willen jullie bedanken voor jullie solidariteit. Zoveel mensen van over de hele wereld geven hulp aan ons land. Maar jullie moeten ook weten dat de opbouw van Haïti van onszelf moet komen. Er zijn daar heel veel jonge mensen die bereid zijn hierin verantwoordelijkheid op zich te nemen. We zijn ons hierop aan het voorbereiden. Bedankt voor de steun die jullie ons geven ; bedankt dat jullie voor ons bidden en ons niet vergeten.
Onze Taizé gemeenschap zal een concreet initiatief gaan nemen. Met de inzameling door ’Operatie Hoop’ willen we steun gaan geven aan projecten in Haïti voor kinderen die in moeilijkheden zitten, vooral op het gebied van onderwijs. Iedereen kan hieraan meedoen; op de Taizé website kun je lezen hoe.
Morgen zullen jullie in de gespreksgroepen praten over hoe je je leven steeds meer kunt laten bepalen door mededogen. Armoede en onrecht vind je overal om je heen, ook in de rijkere samenlevingen. Wat stimuleert mijn vrijgevigheid? Durf ik naar mensen toe te gaan die lijden, zelfs als ik lege handen heb? Kunnen we meer aandacht besteden aan onze levensstijl en zo handen en voeten geven aan de solidariteit met hen die armer zijn dan wij?
Ja, de levensvreugde waarnaar we allemaal op zoek zijn, is ook te vinden in zulke openheid naar de ander. Te beginnen met de ander die ons is toevertrouwd en die vlakbij is. Kiezen voor vreugde is onlosmakelijk verbonden met zorg voor de ander, voor onze naaste.
Laat ik afsluiten met het gebed dat we het komende jaar kunnen blijven herhalen. Je vindt het in de Brief uit Chili:
God, onze hoop, wij vertrouwen U de bevolking van Haïti toe. Ontzet door het onbegrijpelijke lijden van de onschuldigen vragen wij U om de harten te inspireren van hen die noodzakelijke hulp bieden. Wij kennen het diepe geloof van het volk van Haïti. Steun hen die lijden, versterk hen die verslagen zijn, troost hen die treuren, stort Uw Geest van mededogen uit over deze zo geteisterde en zo geliefde mensen.
De kinderen: Vanavond begroeten wij de jonge mensen die komen uit Moldavië, Armenië, Polen, Kroatië, Hongarije, Bulgarije, Slovenië, Estland, Letland en Tsjechië.We begroeten ook de jonge mensen uit Chili, Bolivia, Brazilië, Mexico, Puerto Rico, Cuba, Dominicaanse Republiek, Argentinië, Honduras, Suriname, Canada en de Verenigde Staten en in het bijzonder de jonge mensen uit Haïti.
Dinsdagavond 28 december 2010
Ik wil graag beginnen met enkele woorden in het Nederlands.
Wij zijn heel blij dat wij door jullie ontvangen zijn en daarom zou ik nu het liefst in jullie eigen taal spreken, maar het is beter dat ik Engels spreek, zodat zoveel mogelijk anderen het kunnen verstaan.
Wij zijn heel blij dat we voor het eerst een Europese Ontmoeting kunnen houden in Nederland. Jullie land heeft altijd een open blik naar de wereld gehad. Wij hebben vertrouwd op jullie gastvrijheid, en we zijn niet teleurgesteld. Bijna alle jongeren zijn ondergebracht in gastgezinnen.
In naam van alle Europese jongeren: heel veel dank aan de inwoners van Rotterdam en haar wijde omgeving, aan de verantwoordelijken van de kerken en aan de burgemeester van deze stad!
Verschillende Nederlandse kerkgenootschappen hebben ons uitgenodigd om hier te komen. Dat is een teken voor de toekomst van de Kerk: Allen die hun vertrouwen op Christus hebben gesteld, zijn, in hun rijke verscheidenheid, verenigd.
Wij willen ons hart ook wijd openzetten voor hen die aan deze ontmoeting deelnemen zonder Christus als hun referentiepunt, in het bijzonder voor de mensen uit de moslimgemeenschap.
Ook stellen wij ons hart open voor allen die niet in God kunnen geloven en die zoeken naar de zin van hun leven. Het geloof in Christus verwijdert ons niet van hen die niet kunnen geloven. Christus is gekomen opdat wij meer mens zouden worden, om ons als broeders en zusters aan elkaar te geven.
Bij ons werken aan de toekomst van onze samenleving, zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. De aankleding van onze gebedsplaats in deze Ahoy-hallen, met zeilen als van een schip, beeldt dat trouwens goed uit.
Ieder van ons zoekt naar een persoonlijk antwoord op fundamentele vragen zoals: Wie of wat kan richting geven aan mijn leven? Welk doel is de moeite waard om me voor in te zetten?
Tijdens de lente in Taizé, vroeg een jonge vrouw uit Nederland mij wat ik verwachtte van de Ontmoeting in Rotterdam. Mijn antwoord was, misschien een beetje te spontaan: “Vreugde”. Dat antwoord heeft me niet meer losgelaten. Ik denk dat dát het is waar wij in deze dagen naar moeten zoeken: vreugde.
Twee weken geleden was ik in Santiago, in Chili, voor onze tweede Latijns-Amerikaanse Ontmoeting. Een ontmoeting die werd gekenmerkt door vreugde. Voor veel jongeren uit Latijns-Amerika is hun geloof in God nauw verbonden met levensvreugde, de vreugde van vriendschap, de vreugde om met andere samen te zijn.
Niettemin hebben de Chilenen een moeilijk jaar achter de rug. Zij vierden de tweehonderdste verjaardag van hun afhankelijkheid, maar het feest werd overschaduwd door allerlei problemen. De aardbeving en het watergeweld troffen vooral de armen; en de kloof tussen arm en rijk, die men bezig was te dichten, is op wrede wijze opnieuw zichtbaar geworden.
Op de eerste dag van de ontmoeting veroorzaakte een vreselijke brand in de gevangenis van Santiago tientallen doden en vele gewonden. Met enkele broeders ging ik op bezoek in een arme wijk bij een moeder die haar zoon, Israël, had verloren bij de brand. Hij was net 21 jaar geworden. Ik zou willen dat ik jullie het gezicht van die vrouw kon laten zien! Te midden van haar wanhoop en haar rouw, wist zij een zeer grote waardigheid te behouden.
Als wij in deze dagen proberen om onze levensvreugde opnieuw aan te wakkeren, gaat het daarbij niet om een makkelijke vreugde, om een vlucht uit moeilijkheden en lijden. Het gaat veeleer om de dankbaarheid voor het geschenk van het leven. Ik zou het woord ‘geschenk’ willen benadrukken. Het leven is een geschenk, dat niet uit onszelf komt.
Tegenwoordig hebben we steeds vaker het gevoel dat wij zelf vorm kunnen geven aan ons bestaan. Het is waar dat de technische vooruitgang ons ongehoorde mogelijkheden tot creativiteit biedt, waardoor wij ons lot ten dele in eigen hand kunnen nemen. Maar ik denk dat het heel belangrijk is dat wij groeien in de bereidheid om het leven te ontvangen, het te aanvaarden zoals het zich aan ons voordoet.
Als wij ons leven ontvangen als een geschenk, werpt dat nieuw licht op ons bestaan en op heel de schepping. Dit zet ons aan tot vreugde, maar ook tot verantwoordelijkheidszin.
Morgenochtend gaan jullie met elkaar uitwisselen over de oproep tot vreugde die in het evangelie klinkt. Jullie kunnen nadenken over hoe we daadwerkelijk kunnen kiezen voor deze vreugde. We mogen dat doen in het vertrouwen dat God ons zijn heilige Geest zendt om ons bij deze zoektocht te begeleiden.
De kinderen: Elke avond zullen we namen noemen van alle volken die hier aanwezig zijn, en voor hen bidden. Vanavond groeten wij de jongeren uit Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Portugal, Spanje en Italië.