Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. Maar Johannes probeerde hem tegen te houden met de woorden: "Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?" Jezus antwoordde: "Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen." Toen stemde Johannes ermee in. Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: "Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde."(Matteüs 3:13-17)
Waarom laat Jezus zich dopen? Waarom gaat Jezus aan het begin van het evangelie van Matteüs naar Johannes bij de Jordaan om iets te laten doen wat in die tijd voor het jodendom ongebruikelijk was? Voor ons brengt deze tekst als we erover reflecteren nog een extra uitdaging met zich mee. Wij zijn beïnvloed door de betekenis die de doop tegenwoordig heeft: een sacrament, een teken dat we bij de kerk horen. Maar door het lezen van dit evangelieverhaal zien we dat er een andere context is: Jezus verschijnt voor het eerst in het openbaar, hij staat te wachten in de rij, hij ontvangt dit rituele gebaar en bovenal wordt zijn identiteit geopenbaard.
Dit verhaal kun je op drie niveaus lezen: Ten eerste kunnen we onszelf in het verhaal verplaatsen. Er wordt een bepaalde sfeer geschetst, de context van dit verhaal: Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe, en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden(Matteüs 3:5-6). Jezus maakt deel uit van deze menigte die haar zonden belijdt en haar geloof wil vernieuwen. We zouden zelfs kunnen zeggen: Jezus is bijna verborgen tussen al die mensen die op een spirituele zoektocht zijn. Maar Johannes weet wie Jezus is, hij kan niet doen alsof Jezus een mens als alle andere mensen is. Hier is sprake van een bepaalde spanning: Johannes erkent zijn meerdere in Jezus, maar Jezus heeft een andere bedoeling.
Ten tweede kunnen we onze verbeelding gebruiken en ons afvragen: hoe zou Jezus zich hebben gevoeld bij deze gebeurtenis, als jongvolwassene? Was er een bepaald teken van boetedoening nodig bij het ontdekken van zijn identiteit? Zonder dat deze vraag wordt beantwoord, maakt Jezus duidelijk dat hij geen voorkeursbehandeling wil van Johannes. Jezus wil doen wat God vraagt; hij wil geen privileges. Hij vraagt Johannes om te wachten, omdat hij weet dat de tijd de waarheid kent en zal openbaren.
Het derde niveau is Gods interventie aan het einde van het verhaal: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Jezus slaagt er niet in om anoniem te blijven en door deze woorden krijgt hij een bevestiging van zijn opdracht en zijn identiteit. Matteüs geeft niet aan wie hiervan getuige was en ook wordt (in tegenstelling tot de andere evangeliën) niet verteld hoe de menigte reageert. Het is alsof Matteüs suggereert dat het allerbelangrijkste is dat Jezus zelf deze woorden van God heeft gehoord: jij bent mijn vreugde. Deze woorden vormen allereerst een bemoediging, maar beschrijven op een dieper niveau de opdracht die Jezus heeft: vreugde verkondigen (vgl. Matteüs 5:3-12), iedereen die in hem gelooft blijvende vreugde geven (vgl. Johannes 16:22).
De doop van Jezus heeft sinds het begin van het Christendom de inspiratie gevormd voor de praktijk van de doop. En ook al is de situatie vandaag de dag totaal anders, dan nog omvat deze inspiratie Gods belofte dat iedereen die hiernaar op zoek is, vreugde zal ontvangen. Als je besluit om nieuwe wegen te gaan in je leven of zelfs maar een nieuw project te beginnen, kan dit een kans zijn om opnieuw ons verlangen naar blijvende vreugde te ontdekken en ons te laten raken door de kern van de boodschap van Jezus, die naar ons toekomt te midden van de menigte die op zoek is naar iets nieuws.
Op welke manier is voor jou vertrouwen in God gelinkt aan vreugde?
Heb je wel eens in je dagelijkse leven de behoefte gevoeld aan iets nieuws, om iets te ondernemen wat zorgt voor een nieuw begin?
Bij dit verhaal geeft God Jezus een duidelijker besef van zijn identiteit: hoe helpt God ons te begrijpen wie we zijn?