TAIZÉ

Milaan 2005

 

Milaan vervuld van de geest van frère Roger

50.000 jongeren zijn naar Milaan gekomen van 28 december 2005 tot 1 januari 2006 voor de 28ste Europese ontmoeting van Taizé, de eerste sinds de dood van frère Roger.

Een sms op haar mobieltje, ’s nachts verstuurd door een vriend. Anne zal zich nog lang herinneren hoe zij tijdens haar vakantie het bericht ontving van het overlijden van broeder Roger op 16 augustus vorig jaar. “Op dat moment heb ik me afgevraagd hoe een dergelijke gewelddaad kon bestaan,” vertelt deze jonge 28-jarige onderwijzeres.” Ik zag de beelden van het dorp Taizé voor me, van de kerk, zo vredig; in zo’n omgeving leek me zo’n daad zo wezensvreemd en ongepast!”. Toen ze zich inschreef voor de Taizé-ontmoeting in Milaan – voor haar de vierde keer – heeft ze zich dan ook afgevraagd hoe het deze keer zou zijn “zonder broeder Roger” en ze geeft toe dat haar vrienden en zij “enigszins ongerust” waren.

Maar de ontmoeting die woensdagavond in Milaan begon, verloopt “zoals altijd”. Het scheelde weinig of de jonge Française zou er zelf bijna door verrast zijn: dezelfde sfeer,dezelfde gezangen,dezelfde gebeden... Al die groepen jongeren uit Oost-Europa, uit Polen, Litouwen, Roemenië of de Oekraïne die elkaar vrolijk toeroepen buiten in de dichte sneeuw die zonder ophouden blijft vallen op de Italiaanse stad. 50.000 jongeren, volgens de organisatoren, van wie sommigen rondlopen met de lichtblauwe rugzak van de Wereldjongerendagen in Keulen. Maar méér dan in Duitsland, is hier de sfeer er een van bezinning. En ’s avonds hangt de stilte van het gebed over het immense jaarbeurshallenterrein van Milaan.

En terwijl ze naar de sneeuw tuurt die blijft neerdwarrelen over de menigte jongeren in beweging, denkt Anne bij zichzelf: “In werkelijkheid is broeder Roger aanwezig, onder ons.” “De ontmoetingen van Taizé zonder broeder Roger, dat is zo’n beetje als de WJD zonder Johannes Paulus II,” is de mening van priester Johan Bonny, van de Raad voor de Eenheid van de christenen te Rome. “Het is duidelijk dat broeder Roger de inspirator was van deze ontmoetingen, hij was er het gezicht van. Toch is de overgang op een heel natuurlijke wijze verlopen: de broedergemeenschap van Taizé heeft ervoor gezorgd dat alles gewoon doorging, en broeder Alois heeft hem vervangen zonder dat er sprake was van een breuk.”

“Toch zou ik graag gehad hebben dat hij er nog was…”

“Zijn afwezigheid geeft een hol gevoel van binnen,” verzucht echter een jonge orthodoxe Rus. Hij is er al voor de 7e of 8e keer bij, hij weet het niet meer precies. “Soms zat broeder Roger samen met ons aan tafel te eten, herinnert hij zich, en wat zou ik graag hebben dat hij er nog was…” Maar de periode van verdriet en opstandigheid is over. Op deze avond, na het gebed, is deze jonge Rus zelfs van mening dat de dood van broeder Roger een zekere “betekenis” heeft, “een spirituele zin”: “Als je bedenkt dat hij bijna 60 jaar in de rust van dat klooster heeft geleefd,” merkt de jonge Moskoviet op, “en dat op zo’n keiharde manier het geweld van de wereld zijn leven is binnengedrongen… Deze lichamelijke dood is absurd, maar men kan zeggen dat broeder Roger zijn geloofsweg tot het einde toe heeft afgelegd: hij is uit dit leven weggegaan als een martelaar.”

Moeilijk te begrijpen, deze dood, en in zijn eerste overweging spreekt broeder Alois, de opvolger van broeder Roger, over een “tragische dood die voor ons een mysterie blijft”. Hij herinnert eraan dat broeder Roger, 28 jaar geleden het initiatief heeft genomen voor deze “pelgrimage van vertrouwen”. Hij vervolgt: “Zijn leven lang heeft broeder Roger vaak de vraag gesteld waarom onschuldige mensen lijden. En dan gebeurt het dat hijzelf behoort tot degenen voor wier leed geen verklaring te vinden is.” Maar broeder Alois weigert het daarbij te laten en spoort de jongeren van vandaag aan om “verder te gaan op de weg die broeder Roger heeft opengelegd”. Een weg die hij met één woord aanduidt, “vertrouwen”, een term die telkens weer terugkomt in de onvoltooide brief van de stichter van Taizé, die alle deelnemers aan de ontmoeting kregen uitgereikt.

“Wij moeten nu naar de toekomst kijken,” beaamt Maria die stond te luisteren. Zij komt uit Oekraïne, uit Kiev en ze is grieks-orthodox. “Deze dood is zinloos, maar we moeten nu verder, en de toekomst hoopvol tegemoet zien.” En de jonge vrouw citeert daarop het laatste woord van de ‘onvoltooide brief’: “… in zoverre onze gemeenschap mogelijkheden creëert om in de mensenfamilie ruimte te scheppen voor …”

Op zoek naar vertrouwen en hoop

Ruimte scheppen, daar gaat het juist om: de ontmoeting van Taizé biedt de jongeren vier dagen lang iets meer dan twintig workshops aan waarin nagedacht en gediscussieerd wordt en waarin jongeren iets wezenlijks van zichzelf kwijt kunnen. De voorgestelde onderwerpen blijken aantrekkingskracht uit te oefenen want de 2005-generatie van Taizé blijkt in bijzondere mate op zoek te zijn naar vertrouwen en hoop.

Voor Anne bijvoorbeeld vormen dit soort ontmoetingen zonder meer een noodzakelijke pauze in een leven dat “een beetje te gevuld is”, maar dankzij deze ontmoetingen blijft ze “toch” geloven in onze wereld: “Als er zoveel jongeren zijn die bereid zijn om de overgang van Oud- naar Nieuwjaar biddend en op een niet-commerciële manier door te brengen, dan is er hoop,” merkt zij op.

Vertrouwen en hoop. Ook Lucia, een 28-jarige Slowaakse was hiernaar op zoek. Ze neemt voor de eerste keer deel aan een Taizé-ontmoeting. Deze jonge arts, gespecialiseerd in kindergeneeskunde en vooral in de behandeling van diverse soorten kanker bij kinderen, praat op bescheiden toon over haar werk, waarin hoop houden van wezenlijk belang is: “Het is niet zo dat, omdat je gelovig bent, het je makkelijker afgaat om een harde diagnose mee te delen aan de ouders van een ziek kind,” erkent ze. “Hoop geven aan anderen, dat doe je ongetwijfeld allereerst door jouw eigen houding, meer dan door wat je zegt.”

Haar mening komt overeen met die van Marcelin, een jonge Portugees die oorspronkelijk uit Togo komt. Voor hem is het vertrouwen waarover broeder Roger spreekt, een “vertrouwen binnen in jezelf, dat doorklinkt in onze levenshouding: men zal de wereld slechts van binnenuit kunnen veranderen, zoals broeder Roger dat gedaan heeft.” “Dat is zo,” beaamt Sophia die ook uit Portugal komt. “Broeder Roger had de gave om over dingen te spreken die ons van binnen raakten.” En zij vervolgt haar ontboezeming door te zeggen hoezeer broeder Roger haar vorig jaar in Lissabon “geraakt” had, toen hij over de vrede had gesproken.

“Ongetwijfeld, omdat de hoop in de eerste plaats gelegen is in een relatie en omdat broeder Roger deze relatie in ons levend wist te maken,” vult Constantino Fiore aan. Deze jonge priester is verbonden aan de kerk van Francesca Romana in Milaan, één van de 350 kerkgemeenschappen die de deelnemers opvingen. Hij is van mening dat de hoop niet voortvloeit uit mooie woorden, noch uit een mooie rol die men speelt: “Slechts via de relatie met de ander kun je het hart van die ander bereiken.” In die zin merkt deze priester nostalgisch op hoezeer broeder Roger gemist wordt: “Hij beperkte zich niet tot praten over hoop en verwachting. Hij beleefde het vanuit zijn hele wezen.”

Isabelle de Gaulmyn, La Croix, 30 december 2005

De volgende Europese ontmoeting zal plaatsvinden in Zagreb, van 28 december 2006 tot 1 januari 2007, op uitnodiging van kardinaal Josip Bozanic, aartsbisschop van Zagreb en voorzitter van de bisschopenconferentie van Kroatië.

Bijgewerkt: 19 januari 2006