TAIZÉ

Broeder Alois

2008 Brief uit Cochabamba

 
Van 10 tot en met 14 oktober 2007 vond een ontmoeting plaats van jongeren uit Latijns-Amerika in de Boliviaanse stad Cochabamba. Er ging een maandenlange voorbereiding aan vooraf in de kerkgemeenschappen en gezinnen van de stad en haar omgeving. De ontmoeting bracht 7000 deelnemers samen uit verschillende delen van Bolivia, alle landen van Latijns-Amerika en uit enkele Europese landen. Deze ‘Brief uit Cochabamba’ voor het jaar 2008 werd gepubliceerd tijdens de Europese jongerenontmoeting in Genève, eind december 2007.

Het vuur van de verzoening

Toen wij in Bolivia bij elkaar waren met jongeren uit alle landen van Latijns-Amerika, stonden wij voor de vraag: Uit welke bronnen kunnen wij in deze tijd hoop putten?

De bevolking van Bolivia kent grote sociale en etnische verschillen. Toch zoekt zij naar wegen om de conflicten achter zich te laten en te werken aan meer vrede en gerechtigheid.

Op veel plaatsen in de wereld komen de actuele spanningen voort uit ongeheelde wonden uit het verleden. Hoe kunnen we hiervoor genezing vinden als ons, in de confrontatie met onrechtvaardige situaties, steeds vaker een gevoel van onmacht bekruipt?

De jongeren die in Cochabamba bij elkaar kwamen, hebben laten zien dat verscheidenheid een belofte van wederzijdse verrijking en vreugde in zich draagt en zeker niet per se hoeft te leiden tot scheiding of rivaliteit. [1]

In Bolivia ontmoetten wij moedige gelovigen die met heel hun wezen gehoor gaven aan de oproep van het evangelie om, vanuit een verzoend hart, te vechten voor verzoening.

De bron van verzoening

De kracht om te vechten voor verzoening putten wij uit onze persoonlijke relatie met de levende God. Zonder innerlijk leven kunnen we niet consequent trouw blijven aan onze eigen voornemens. In God vinden we vreugde, hoop en volheid van leven.

Heeft God niet zelf de eerste stap naar ons toe gezet? Met de komst van Christus gaat God een wederzijdse relatie aan met ieder mens. Terwijl Hij groter blijft dan wij kunnen bevatten, komt God ons toch heel nabij.

Uit liefde wilde Hij delen in ons bestaan. Hij is mens geworden. Sterker nog: door zijn leven te geven aan het kruis, neemt Jezus vrijwillig de laagste plaats in. [2] Door op zich te nemen wat ons van God scheidt, aanvaardt Hij zowel een ieder persoonlijk, als de mensheid als geheel. [3] En in ruil daarvoor geeft Hij ons zijn eigen leven. [4] Hierdoor is in de schepping een proces van omvorming in gang gezet. [5]

Deze wederzijdse ‘uitwisseling’ met God voltrekt zich in ons gebed: Hij neemt zijn intrek bij ons door zijn heilige Geest, en Christus geeft zich aan ons in zijn woord en in de sacramenten. Op onze beurt kunnen wij alles wat er in ons leeft aan Hem toevertrouwen. [6]

Is dit niet het vuur dat Christus op aarde ontstoken heeft en dat nu al in ons brandt?

Vriendschap verbreden

Wij kunnen het vuur van de verzoening niet inperken. Het verlicht een weg die ons vrede doet bewerken, ver weg en dichtbij. [7]

Als wij beseffen wat God voor ons doet, beïnvloedt dat ook onze onderlinge relaties. Wij zullen authentieke relaties met anderen kunnen aangaan en in staat zijn om ons leven op zo’n manier te delen, dat wij wederzijds geven en ontvangen.

Het evangelie nodigt ons uit om zelf de eerste stap te zetten naar de ander, zonder dat wij van tevoren weten of de relatie wederkerig zal zijn.

In sommige situaties, in het bijzonder bij verbroken relaties, kan het lijken alsof verzoening onbereikbaar is. Dan is het goed om te beseffen dat het verlangen naar verzoening er al een begin van is. Christus neemt alles dat uitzichtloos lijkt op zich en wij kunnen aan Hem toevertrouwen wat genezing nodig heeft. Dat maakt ons bereid om alle mogelijkheden aan te grijpen voor een stap op weg naar een oplossing, hoe klein die ook is.

Verzoening kan leiden tot een wezenlijke omvorming van onze maatschappij. De Geest van Christus vernieuwt het aanschijn van de aarde. Laat je meevoeren in de dynamiek van de opstanding! We moeten ons niet laten ontmoedigen door de complexiteit van de problemen. Laten we niet vergeten dat we in het klein kunnen beginnen. [8]

De gemeenschap van de Kerk ondersteunt ons. Het is een plaats waar iedereen elkaar in vriendschap kan ontmoeten. [9] “De Kerk is voor ons als een moeder die naar haar kinderen luistert. Zij ontvangt ons met open armen, zij geeft troost.” [10] Deze woorden van een jongere uit Latijns-Amerika roepen bij ons de vraag op: Zijn wij in staat om Gods barmhartigheid te weerspiegelen?

Zijn wij in conflictsituaties in staat om naar de ander te luisteren? Dan zouden veel scheidingen minder pijnlijk zijn. [11] Laten we ernaar streven om ons in de ander te verplaatsen.

Zijn wij in staat om te werken aan een eerlijke verdeling van de welvaart? Laten we niet bang zijn om onze levensstijl te herzien en te streven naar meer eenvoud, solidariteit met de allerarmsten en een zorgvuldiger omgaan met de schepping.

Kunnen wij anderen bijstaan die armer zijn dan wij? Als wij met hen delen, ontstaat er een wederzijdse uitwisseling: zij doen ons boven onszelf uitstijgen, doordat ze ons meevoeren in vrijgevigheid. Bovendien helpen zij ons door hun gebrek om onze eigen kwetsbaarheid te aanvaarden. Door zo’n engagement kunnen wij bijdragen aan meer respect voor de waardigheid van ieder mens.

Durven wij het aan om te vergeven? Bestaat er een andere manier om de vicieuze cirkel te doorbreken die ervoor zorgt dat er steeds weer mensen worden gekrenkt? [12] Het gaat er niet om dat wij de wonden uit het verleden vergeten, noch dat wij onze ogen sluiten voor onrechtvaardige situaties in het heden. Maar het evangelie roept ons op om, door de vergeving, uit te groeien boven de herinnering aan onze pijn. Wij worden zelfs uitgenodigd om voorbij te gaan aan de verwachting dat wij iets terug krijgen. Juist daarin ervaren wij de vrijheid van de kinderen van God.

Ja, wij willen vechten voor verzoening, vanuit een verzoend hart. Wij willen mensen zijn die hartstochtelijk streven naar gemeenschap, die in staat zijn om onze vriendschap onbegrensd te verbreden.

Bijgewerkt: 14 december 2007

Opmerkingen

[1Toen de jongeren van het platteland in Cochabamba aankwamen, werd dat een feest van kleuren, door hun traditionele kleding! Het was prachtig om te zien dat jongeren uit alle streken van Bolivia elkaar konden ontmoeten: jongeren uit het vlakke land en uit de bergen, uit de stad en van het platteland. Deze ontmoeting heeft laten zien dat jongeren, door hun manier van leven, kunnen bijdragen aan het ontstaan van een sfeer van verzoening op microniveau. Steeds meer christenen in Bolivia proberen bij hun geloofsverkondiging beter rekening te houden met de traditionele culturele en religieuze waarden, zodat het evangelie in hun land werkelijk een verzoenende kracht kan zijn.

[2Voor Paulus omvat de verzoening die Christus tot stand bracht, heel de schepping. Hij werd gezonden om “alles met zich te verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel” (Kolossenzen 1:20). “Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens” (Filippenzen 2:6-7).

[3In een poëtische taal, geïnspireerd door het overwegen van de Schrift, zingt de orthodoxe liturgie op het Kerstfeest: “De Schepper zag dat de mens die zijn handen hadden geschapen, verloren was. Hij daalde af, de hemel openscheurend. Hij werd geboren uit de heilige, onbevlekte Maagd en aanvaardde zo, in zijn lichaam, heel de mensheid.”

[4Een christen uit de tweede eeuw, Irenaeus van Lyon, ging zover dat hij zei: “Vanwege zijn oneindige liefde, werd Christus zoals wij, om ons helemaal om te vormen naar zijn beeld.”

[5De heilige Geest is de ziel van de schepping: “De wereld zou nooit zo mooi kunnen blijven als wij haar nu zien, zonder de kracht van de Geest (...). Zij is overal aanwezig en draagt alle dingen in de hemel en op aarde. Zij houdt alles in stand en geeft levenskracht” (uit: Johannes Calvijn, Instituties van de christelijke godsdienst I, XIII, 14).

[6Onze relatie met God wordt niet altijd beleefd op gevoelsniveau. De aanwezigheid van de heilige Geest in ons reikt veel dieper. Zelfs zonder ook maar iets te voelen, kunnen wij bidden. Al is het maar met een heel eenvoudig gebaar: neerknielen en onze handen openleggen. Dan komt God ons al tegemoet.

[7Christus zendt de mensen die Hij roept de wereld in. Zie Marcus 1:17.

[8Zie Lucas 10:1-16.

[9Roxana, een jonge vrouw uit Bolivia, beschrijft de rol die de Kerk heeft geprobeerd te spelen bij de oplossing van de grote maatschappelijke spanningen die Bolivia recentelijk ondervond: “Waardoor ontstaat er ruzie, woede en ongeluk binnen een volk? Door een gebrek aan liefde? Door het gevoel van onmacht bij hen die weten dat er niet naar hun stem wordt geluisterd? Als je wilt delen in het lijden van een volk, besef je dat het nodig is om je vast te houden aan de hoop die van God komt. Dus gingen de deuren van de kerken open voor onophoudelijk gebed, de klokken luidden om de bewoners van verschillende wijken uit te nodigen voor informatiebijeenkomsten. De jongeren hebben de kracht van eenheid, solidariteit en vriendschap ontdekt. Wij jongeren zijn de levensader van de Kerk. Onze medewerking en onze energie zijn onmisbaar.”

[10God zegt: “Kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit” (Jesaja 49:15).

[11Het is heel belangrijk om goed naar elkaar te luisteren, zowel in persoonlijke relaties als op maatschappelijk niveau, zelfs in internationale betrekkingen tussen volken en werelddelen.

[12Eén van de verrassingen van de ontmoeting in Cochabamba was de aanwezigheid van vele jongeren uit Chili, terwijl dit land op zeer gespannen voet staat met haar buurland Bolivia. Op de laatste dag van de ontmoeting, stonden de jonge Chilenen erop om zonder uitstel een gebaar van verzoening te maken ten opzichte van de jongeren uit Bolivia. Dit gebeurde door het aanbieden van een open brief, waarin vergeving werd gevraagd voor alle conflicten in heden en verleden.