TAIZÉ

Johannes Paulus II

 

Je komt in Taizé zoals je een bron voorbijkomt

Frère Roger ontmoette Karol Wojtyla, de toekomstige paus Johannes Paulus II, in 1962 tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie. Hij was op dat moment de jonge hulpbisschop van Krakau.

Als aartsbisschop van Krakau kwam Mgr. Wojtyla twee keer naar Taizé, in 1964 en 1968. Nadat hij paus werd in 1978, ontving hij frère Roger elk jaar op privé-audiëntie. Hij ontving de duizenden jongeren in Rome tijdens drie Europese ontmoetingen rond de jaarwisseling. Tijdens een van zijn reizen deed de paus Taizé in 1986.

JPEG - 12.3 kB

“Ieder jaar ontving Johannes Paulus II mij op privé-audiëntie. Vaak waren er momenten dat ik daarbij moest denken aan de moeilijke tijden die Johannes Paulus II in zijn leven heeft gekend. Hij verloor zijn moeder toen hij nog een kind was, en tijdens zijn jeugd verloor hij ook zijn vader en enige broer. En ik dacht dan bij mijzelf: probeer woorden te vinden die hem kunnen opbeuren, woorden die zijn hart kunnen troosten. Woorden ook die spreken over de hoop die wij ontdekken in jongeren. Woorden die hem verzekeren dat wij, als gemeenschap, vertrouwen in hem hebben.” (Frère Roger)

Johannes Paulus II bezoekt Taizé

Paus Johannes Paulus II besloot om tijdens zijn reis door Frankrijk ook Taizé te bezoeken. De paus was in Lyon en ging ook nog naar Paray-le-Monial, Ars en Annecy.

JPEG - 12.6 kB

Er zijn circustenten opgezet voor de Kerk van de Verzoening. Zevenduizend jongeren zijn aangekomen. De hele nacht lang, tot de vroege morgen, hebben sommigen van hen om beurten in stilte gebeden. Om 8.30u., na lange tijd samen met de jongeren gezongen te hebben, gaan de broeders naar buiten om de paus te ontvangen. Een dichte mist bedekt de omgeving. De helikopters moesten in de hangar blijven. De paus is in een gewone auto uit Lyon gekomen.

Na binnenkomst in de Kerk van de Verzoening, neemt Johannes Paulus II plaats op een houten, met riet beklede stoel. Frère Roger, omgeven door een paar kinderen, spreekt een kort welkomstwoord uit. Dan spreekt de paus de jongeren toe. Hij legt ze uit waarom hij naar Taizé is gekomen, en wat de Kerk van hen verwacht.

De Kerk heeft jullie enthousiasme nodig

“(…) Zoals jullie, pelgrims en vrienden van de gemeenschap, is de paus slechts op doorreis. Maar je komt in Taizé zoals je een bron voorbijkomt: de reiziger stopt, lest zijn dorst en vervolgt zijn weg. Jullie weten dat de broeders van de gemeenschap geen beslag op jullie willen leggen. Door gebed en stilte willen zij jullie de mogelijkheid geven om het door Christus beloofde, levende water te drinken, zijn vreugde te ervaren, zijn aanwezigheid te herkennen, zijn roep te beantwoorden en vervolgens weer te vertrekken om in jullie kerkgemeenschappen, steden en dorpen, scholen en universiteiten en op alle plaatsen waar jullie werken van zijn liefde te getuigen en jullie broeders en zusters te dienen.

Bij alle kerken en christelijke gemeenschappen, en tot aan de hoogste politieke leiders van de wereld, staat de gemeenschap van Taizé bekend om het hoopvolle vertrouwen dat zij in de jongeren stelt. Ik ben hier vanmorgen vooral, omdat ik dit vertrouwen en deze hoop deel.

Beste jongeren, de Kerk heeft jullie enthousiasme en grootmoedigheid nodig om de wereld de blijde boodschap van het evangelie te brengen. Jullie weten dat ouderen soms, na een moeilijke weg of doorstane beproevingen, ten prooi vallen aan vrees of matheid, en dan de spankracht die eigen is aan elke christelijke roeping, laten verzwakken. Het gebeurt ook dat instituties de evangelische boodschap niet meer voldoende dienen, door routine of ontoereikendheid van hun leden. Daarom heeft de Kerk het getuigenis van jullie hoop en inzet nodig om haar zending beter te vervullen.

Neem dus geen genoegen met het passief uiten van kritiek, of met afwachten tot mensen of instituties zich verbeteren. Ga naar de parochies, het jongerenpastoraat, de verschillende bewegingen en gemeenschappen. Dien hen geduldig met de kracht van jullie jeugd en de gaven die jullie ontvangen hebben. Ondersteun de ambtsdragers van de Kerk met vertrouwen; zij zijn jullie dienaars in Jezus’ naam, en om die reden zijn jullie op hen aangewezen. De Kerk heeft jullie aanwezigheid en deelname nodig. Als jullie binnen de Kerk blijven, dan zullen jullie soms zeker geschokt worden door verdeeldheid, interne spanningen en de ontoereikendheid van haar leden. Maar van Christus, die het hoofd van de Kerk is, zullen jullie zijn Woord van waarheid, zijn eigen Leven ontvangen, en de Adem van liefde die jullie in staat stelt om Hem trouw lief te hebben en jullie leven te laten slagen door het risico te nemen van een vreugdevolle overgave aan de anderen. (…)”

Na deze woorden, knielt de paus om enkele ogenblikken te midden van de broeders te bidden. Allen zingen: “Laudate omnes gentes, laudate Dominum” (“Prijs de Heer, alle volken”). Terwijl de jongeren verdergaan met zingen in de kerk en de circustenten, gaat de paus naar een zijvertrek om de broeders te ontmoeten. Hij begroet ze één voor één en spreekt vervolgens de gemeenschap toe.

U bent nog jonger geworden

De paus memoreert dat hij de gemeenschap al lang persoonlijk kent: “Ik heb u bezocht toen u nog jong was, maar nu bent u nog jonger geworden.” Hij herinnert zich de bezoeken van frère Roger in Polen, en wat hij zei over Maria en het ambt van de universele pastor. Johannes Paulus II “voelt zich daarom verplicht, niet van buiten maar van binnen, om u te komen bezoeken”. Hij maakt een toespeling op de twee Europese ontmoetingen die reeds in Rome plaatsvonden, en hij voegt eraan toe: “Rome staat altijd open voor uw bezoek met de jongeren.”

Daarna laat de paus een geschreven boodschap voor de gemeenschap achter, die de broeders bijzonder raakt. Frère Roger zal deze boodschap plaatsen in De bronnen van Taizé, het boek dat de grondslagen van het gemeenschapsleven samenvat.

“Die kleine lente!”

Beste broeders, in de intimiteit van deze korte ontmoeting zou ik u mijn genegenheid en vertrouwen willen uitdrukken met dezelfde eenvoudige woorden waarmee paus Johannes XXIII, die u zeer liefhad, frère Roger eens begroette: “Ah, Taizé, die kleine lente!”

Mijn wens is dat de Heer u bewaart als een bloeiende lente en dat Hij uw eenvoud bewaart, in evangelische vreugde en de openheid van broederlijke liefde.

Ieder van u is hier gekomen om te leven in Gods barmhartigheid en in gemeenschap met zijn broeders. Door u uit liefde tot Christus met heel uw wezen aan Hem toe te wijden, hebt u zowel het ene als het andere gevonden.

Maar bovendien hebt u, zonder het te zoeken, duizenden jongeren, overal vandaan hierheen zien komen. Zij worden aangetrokken door uw gebed en uw gemeenschapsleven. Men mag welhaast denken dat deze jongeren het geschenk en het middel zijn dat de Heer u geeft, als aanmoediging om bij elkaar te blijven in de vreugde en de zich steeds vernieuwende gave van uw leven, als een lente voor allen die het echte leven zoeken.

JPEG - 14.5 kB

Uw werk, rust en gebed, alles wordt iedere dag bezield door het Woord van God, dat zich van u meester maakt en uw eenvoud bewaart, dat wil zeggen dat u leeft als kinderen van de hemelse Vader, als broeders en dienaars van allen in de vreugde van de Zaligsprekingen.

Daarbij vergeet ik niet dat uw gemeenschap in zijn unieke, oorspronkelijke en zelfs, in zekere zin, voorlopige roeping, verbazing kan wekken en op onbegrip en achterdocht kan stoten. Maar vanwege uw ijver voor de verzoening van alle christenen in een volledige gemeenschap, en uw liefde voor de Kerk zult u, daar ben ik zeker van, voortdurend beschikbaar blijven voor de opdracht van de Heer.

U luistert naar kritiek of suggesties van christenen uit verschillende kerken en christelijke gemeenschappen en behoudt daarvan het goede. U blijft met allen in gesprek, doch aarzelt ook niet om uw verwachtingen en voornemens tot uitdrukking te brengen. Daardoor zult u de jongeren niet teleurstellen en draagt u ertoe bij dat de door Christus gewilde inzet voor de hernieuwde, zichtbare eenheid van zijn Lichaam in de volle gemeenschap van éénzelfde geloof, nooit zal verflauwen.

U weet hoezeer ik mijnerzijds de oecumene beschouw als een noodzakelijke taak die op mij rust, als een pastorale prioriteit in mijn ambt, waarbij ik reken op uw gebed.

Doordat u zelf een ‘gelijkenis van gemeenschap’ wilt zijn, zult u allen die u ontmoet, helpen om trouw te blijven aan de kerk waartoe zij vanuit hun opvoeding en gewetenskeuze behoren, maar ook om steeds dieper door te dringen in het geheim van gemeenschap, dat de Kerk is in de ogen van God.

Door de gave die Hij zijn Kerk schenkt, wekt Christus namelijk krachten van liefde in iedere christen. Hij maakt ons tot mensen met een hart voor universele gerechtigheid en vrede en geeft ons de mogelijkheid om die te bewerken. Hij stelt ons in staat om, vanuit het evangelie, contemplatie en actie te verbinden met als doel de volledige bevrijding van de mens, van elk mens en van heel de mens.

Beste broeders, ik dank u dat u mij hebt uitgenodigd en mij zo de gelegenheid gegeven hebt om naar Taizé terug te keren. Moge de Heer u zegenen en u in zijn vrede en liefde bewaren!

Het uur van vertrek is aangebroken. Johannes Paulus II gaat naar buiten en nadert zijn auto, maar besluit dan onverwachts om terug te keren in de kerk en de jongeren voor een laatste keer te groeten. “Ik moet jullie opbiechten dat ik jullie verlaat,” roept de paus uit. “En met verdriet. Maar de paus moet gehoorzamen! Hij heeft veel bazen!” Er ontstaat gelach, weldra gevolgd door applaus. Er wordt opnieuw gezongen en zo wordt de paus uitgeleide gedaan.

Bijgewerkt: 16 april 2008