Vier voorstellen om de bronnen van Godsvertrouwen aan het licht brengen
Eerste voorstel - Eerste voorstel
Wat is de zin van ons leven? Hoe gaan we om met lijden en dood? Wat geeft ons levensvreugde?
Wat is de zin van ons leven? Hoe gaan we om met lijden en dood? Wat geeft ons levensvreugde?
Die antwoorden kunnen niet worden geformuleerd in kant-en-klare begrippen.
“En als God bestaat...I ?” Onze tijd heeft de vraag naar God niet uit het oog verloren, maar de manier waarop ze gesteld wordt, is ingrijpend veranderd.
Het feit dat in onze tijd het individu centraal staat, heeft een positieve kant: de waardering van de menselijke persoon, zijn vrijheid en zijn autonomie.
Zelfs in samenlevingen waar de godsdienst nog een belangrijke rol speelt, wordt het steeds minder vanzelfsprekend om op God te vertrouwen; het geloof vereist een persoonlijke keuze.
“God woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft Hem ooit gezien of kan Hem zien.” (1 Timoteüs 6:16). Deze woorden van de apostel Paulus klinken vandaag zeer actueel. Welke consequenties moeten wij daaruit trekken?
Laten we samen op zoek gaan en met anderen gaan praten: gelovigen, ongelovigen of atheïsten! De scheidslijn tussen geloof en twijfel loopt immers dwars door gelovigen en ongelovigen heen.
Als mensen die op zoek zijn naar God met minder stelligheid over hun geloof spreken, is dat niet omdat zij minder gelovig zouden zijn, maar omdat ze heel gevoelig zijn voor Gods transcendentie. Zij weigeren God op te sluiten in concepten en denkbeelden.
Als niemand Hem kan zien, waarom waren de eerste christenen er dan van overtuigd dat ze God konden zien in Jezus? “Hij is het beeld van de onzichtbare God”, schrijft dezelfde apostel Paulus (Kolossenzen 1:15).
Jezus is één met God, waarlijk God en waarlijk mens, zonder onderscheid en zonder vermenging. Wat een strijd is er in de loop van de geschiedenis gevoerd om de betekenis van die paradoxale beschrijvingen van het mysterie van God steeds verder te verduidelijken! Dat alles kan niet in de plaats komen van onze persoonlijke zoektocht, maar dient wel als afbakening van het terrein waarop die plaatsvindt.
Door alles wat Hij is en wat Hij doet, openbaart Jezus dat God liefde is. Hij laat Gods eigen hart zien. God is niet zomaar een kracht, maar Hij is Degene die ons liefheeft.
De eerste christenen getuigden ervan dat Jezus opgestaan is uit de dood, dat Hij in God is. Van daaruit plaatst Hij Gods eigen leven als een kostbare schat in het hart van allen die Hij ontmoet. Deze schat brengt de persoonlijke aanwezigheid met zich mee van de heilige Geest, die in ons komt wonen en die ons troost en helpt.
De namen ‘Vader’, ‘Zoon’ en ‘heilige Geest’ geven aan dat God communicatie is, relatie, dialoog, liefde… die zó ver reikt dat de drie één worden. Het christelijk geloof kent dus een zo grote paradox dat wij er nooit in zullen slagen meester te worden over de waarheid.
Tweede voorstel - Zoeken naar waar je Christus kunt ontmoeten
Jezus heeft geen theorie onderwezen, hij heeft een leven geleid gelijk aan het onze, met het enige verschil dat in hem de liefde van God scheen zonder schaduwen te werpen.
Zelfs tijdens zijn leven wantrouwden velen hem : “Hij heeft zijn verstand verloren” Marc 3: 21), “Hij stelt zichzelf gelijk aan God” (Johannes 5: 18).
Niemand is verplicht om in hem te geloven. Geloven is echter meer dan een simpel gevoel. Het is ook een rationele daad : het is mogelijk om een doordachte keuze te maken voor het geloof in Christus.
Wat maakt Jezus geloofwaardig? Wat maakt dat vele mensen hem al tweeduizend jaar volgen? Is het niet zijn nederigheid? Hij heeft niemand iets opgelegd. Hij deed niets anders dan naar iedereen toe gaan, om te zeggen dat God hen nabij is.
Hij had vertrouwen in hen die door de maatschappij niet vertrouwd werden. Hij heeft hen hun waardigheid teruggegeven. Hij heeft het geaccepteerd om geminacht en buitengesloten te worden met als doel de liefde van God voor de armen en zij die zelf buitengesloten zijn niet te verloochenen.
We kunnen Christus ontmoeten door over zijn leven te lezen in het Evangelie. Ook vandaag nog vraagt hij ons : “Wie ben ik voor jou?” (zie Matteüs 16: 15) En hij heeft gezegd dat hij zichzelf aan ons heeft gegeven in de Eucharistie.
We kunnen hem ontmoeten in de gemeenschap van hen die in hem geloven, wanneer onze kerken gastvrije gemeenschappen zijn.
Het komend jaar zullen we zoeken naar concrete mogelijkheden om bij te dragen aan de realisatie van de zichtbare gemeenschap van allen die Christus liefhebben.
We zullen hem ontmoeten in de armsten: hij had een speciale liefde voor hen.
“Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan” (Matteüs 25: 40) ; wij willen graag dit woord van Christus bekrachtigen met het oog op onze samenkomst in 2015.
We kunnen hem ontmoeten wanneer we kijken naar de getuigenissen over hem.
Ga op pad, alleen of met meerderen, om iemand te ontmoeten van wie het leven is veranderd door een ontmoeting met Christus.
Of lees samen over het leven van een getuige van het geloof : Franciscus van Assisi, Josephine Bakhita, Dietrich Bonhoeffer, Moeder Teresa, Oscar Romero, Alexander Men, en vele anderen.
Zij waren allemaal heel verschillend, ieder met zijn eigen gaven. Het gaat er niet om dit te willen nadoen, maar om te zien hoe hun geloof in Christus hen heeft veranderd.
Zij hadden hun fouten. Maar ze spraken allen tot God in het gebed, zelf wanneer enkele onder hen innerlijke duisternis beleefden. De vriendschap met Christus heeft hen vrij gemaakt, en het beste in hen is opgebloeid.
Derde voorstel - Zoeken naar wegen om onszelf op God te verlaten
Als wij in God geloven en Hem vertrouwen schenken, verlaten wij onszelf op Hem. Geloven betekent niet dat je op alles een antwoord hebt of dat het leven gemakkelijker wordt, maar het geloof geeft stabiliteit en een duidelijk uitgangspunt voor je leven:
Niet meer afhankelijk zijn van succes of mislukkingen, dus uiteindelijk van onszelf, maar van een Ander die ons liefheeft.
Niemand kan leven zonder steun en toeverlaat; in die zin gelooft iedereen wel ergens in. Jezus nodigt ons uit om ons vertrouwen op God te stellen, zoals Hij dat deed en omdat Hij dat gedaan heeft. Hij leert ons bidden: “Onze Vader, die in de hemel zijt”.
Stil gebed voedt onze reflectie en ons verstand. Maar bovenal plaatst het ons voor het mysterie van God.
Zorgen voor ‘sabbatstijd’, voor momenten van stilstaan en leeg worden, elke week twee uur van je tijd besteden aan het openstellen van de dichtstbijzijnde kerk, samen met anderen bidden, je aansluiten bij een lokale kerk om wekelijks de dood en de verrijzenis van Christus te gedenken… het zijn allemaal manieren om in ons dagelijks leven een ruimte te scheppen waar God kan wonen.
Ieder mens heeft een innerlijk leven. Daarin wisselen licht en donker, vreugde en angst, vertrouwen en twijfel elkaar af. Soms openen zich ongekende vergezichten.
Als wij ons bemind weten of als wij liefhebben, als wij vriendschap ervaren of geraakt worden door de schoonheid van de schepping of van menselijke creativiteit, zien wij in een opwelling hoe mooi het leven is. Die heldere momenten verrassen ons soms, en zelfs in tijden van nood kunnen ze ons overkomen, als een licht dat van elders komt.
Zo kunnen wij op een eenvoudige manier de aanwezigheid van de heilige Geest in ons leven herkennen.
In deze tijd, waarin zoveel mensen moeten leven met verbroken relaties en onverwachte wendingen in hun bestaan, kan de relatie met Christus continuïteit en richting geven.
Het geloof lost al onze innerlijke tegenstrijdigheden niet op, maar de heilige Geest bewerkt ons hart en stelt ons in staat om ons leven te leiden vanuit vreugde en liefde.
Vierde voorstel - Ons zonder vrees openstellen: voor de toekomst en voor anderen
Ons geloof sluit ons niet op in onszelf. Het vertrouwen in Christus opent ons voor het vertrouwen in de toekomst en het vertrouwen in anderen. Het geloof spoort ons aan om moedig het hoofd te bieden aan de problemen in ons eigen leven en aan die van onze tijd.
Het geloof is als een anker dat ons vasthecht in Gods toekomst, in de verrezen Christus, waarmee wij door het geloof onafscheidelijk zijn verbonden. Ook al waagt het evangelie zich niet aan speculaties over het leven na de dood, het maakt ons toch deelgenoot van de hoop dat wij Christus, die nu al ons leven is, zullen zien.
Het geloof helpt ons om te leven zonder angst, noch voor de toekomst, noch voor de ander.
Geloofsvertrouwen is niet naïef. Gelovigen zijn zich bewust van de aanwezigheid van het kwaad in de mens, ook in hun eigen hart. Maar zij vergeten niet dat Christus is gekomen om allen te redden.
Het vertrouwen in God laat in onze ogen een nieuwe blik ontluiken, zodat wij de anderen, de wereld en de toekomst anders gaan bekijken: met een hoopvolle en dankbare blik, en met oog voor schoonheid.
Het vertrouwen in God wekt onze creativiteit opnieuw tot leven.
Zo kunnen wij met Sint Gregorius uit de 4e eeuw zingen: “O Gij, boven alles, welke geest kan U grijpen? Al wat bestaat, bewijst U eer. Alle verlangen leidt naar U.”