TAIZÉ

Kunnen wij de wereld daadwerkelijk verbeteren?

 

Hoe kunnen wij nog spreken over wat we kunnen doen om de wereld te veranderen of te verbeteren, nadat in de 20e eeuw zoveel hoop teloor ging en zoveel verwachtingen werden beschaamd? Is ontgoocheling het enige dat ons nog rest? Is het verstandiger om maar te berusten in de situatie? Blijkt het juiste inzicht uiteindelijk dat wij ons beter nergens mee kunnen bemoeien? Moeten we ons, als we verstandig willen zijn, aansluiten bij de fatalisten? Zal degene die alles inzet wat hij heeft, uiteindelijk gedoemd zijn om, zoals de lijdende dienstknecht in het boek Jesaja, te zeggen: “Ik heb mijn kracht vruchteloos en voor niets verbruikt”?

Deze vragen lopen uiteindelijk uit op de vraag naar onze vrijheid, naar de mate waarin er ruimte is voor het handelen van de mens. Voordat zij ingaat op hoe frère Roger over deze vragen dacht, citeert de filosofe Marguerite Léna een uitspraak van Kierkegaard: “Daar waar er geen mogelijkheden meer bestaan, is er ook geen vrijheid.” En Marguerite Léna vervolgt: “Frère Roger spande zich altijd in om de mogelijkheid, die de adem vormt van de vrijheid, te herstellen en opnieuw te openen.” De ruimte van de mogelijkheid openen, weigeren haar te laten inperken door een fatalistische blik, maar haar juist ‘verbreden’ en zo ‘het groen van de hoop levend houden in het landschap van onze samenleving’, zoals kardinaal Danneels ooit schreef, dát is een zaak waarvoor christenen zich, samen met vele anderen, kunnen inzetten.

Rowan Williams, aartsbisschop van Canterbury, leek doordrongen te zijn van eenzelfde visie, toen hij aan de deelnemers van de jongerenontmoeting in Genève schreef: “Geloven, dat betekent: willen leven op een manier die de Levende God zichtbaar maakt. En dat houdt concreet in: leven op een manier die laat zien dat er meer mogelijkheden bestaan dan alleen die, die de wereld erkent.”

In de loop van de geschiedenis hebben christenen vaak blijk gegeven van inventiviteit. Hun geloof zette aan tot vernieuwing en creativiteit. Zo ontstonden de eerste ziekenhuizen en de gratis ziekenzorg in de tijd van Basilius van Caesarea, in de IVe eeuw en waarschijnlijk al ver daarvóór. Bij de bestudering van de veranderingen in de klassieke oudheid, verbaasde een historica zich erover dat het echtpaar Melanie en Pinias zo weinig vermeld wordt in de geschiedschrijving. Deze twee christenen, tijdgenoten van Augustinus, deelden rijkelijk in de grote weelde van het Romeinse Rijk. Ze besloten om hun slaven vrij te laten en al hun bezit met hen te delen. Waarom is er zo weinig aandacht besteed aan de ingrijpende veranderingen in de geschiedenis die dit echtpaar in gang zette? Misschien uit angst voor de erkenning van de positieve rol die de christenen speelden? Of uit angst onder de christenen zelf, die zulke radicale keuzes liever niet wilden benadrukken...?

De ongekend lange periode van vrede in onze tijd, die ontstond dankzij de vorming van de Europese Unie, zou ons ervan moeten overtuigen dat we de mogelijkheden om iets te bereiken niet moeten onderschatten. Met een gelovige uit de IIe eeuw, die Diognetus schreef over de christenen, kunnen wij zeggen: “De plaats die God hen heeft toegewezen is zo edel dat het hen niet is toegestaan die te verlaten.”

Bijgewerkt: 3 juli 2009