TAIZÉ

Broeder Alois

2007 Brief uit Calcutta

 
Het is nu dertig jaar geleden dat frère Roger een periode in Calcutta verbleef, samen met broeders en jongeren uit diverse werelddelen. Ze woonden in een arme wijk en werkten samen met Moeder Teresa voor vondelingen en stervenden. Hij keerde terug met de Brief aan het volk van God. Deze brief kwam uit tijdens een jongerenontmoeting in de Notre Dame in Parijs. Daarna hebben frère Roger en Moeder Teresa samen verschillende brieven en drie boeken geschreven.
 
Uit dit verblijf in 1976 ontsproot een langdurige relatie tussen onze gemeenschap en de christenen in India. Er zijn bezoeken gebracht door het hele land heen, twee maal vond er een intercontinentale ontmoeting plaats in Madras en de Indiase jongeren blijven naar Taizé komen. Dit zijn belangrijke mijlpalen in het contact. En nog steeds herinnert Calcutta ons aan het menselijk lijden, maar ook aan de gezichten van de mensen die hun leven inzetten voor de allerarmsten en zo dragers van licht zijn.
 
Het leek mij daarom belangrijk om naar Calcutta terug te keren en er een ontmoeting voor te bereiden. Van 5 tot 9 oktober 2006 bracht deze 6000 jongeren samen. De meeste van hen kwamen uit Azië. Het ging erom de ‘pelgrimage van vertrouwen’ een nieuwe dimensie te geven door ons bij de Aziatische jongeren te voegen op de plaats waar zij thuis zijn, naar hen te luisteren en hen te steunen in hun hoop. De Brief uit Calcutta is vanuit deze ontmoeting geschreven om vervolgens tijdens de Europese ontmoeting in Zagreb gepubliceerd te worden.

Terwijl we de ‘pelgrimage van vertrouwen op aarde’ voortzetten, die jongeren uit talrijke landen bij elkaar brengt, dringt steeds dieper het besef tot ons door dat alle mensen met elkaar één enkele familie vormen en dat God in ieder mens woont, zonder uitzondering.

In India en ook elders in Azië ontdekten we hoe de zo natuurlijke aandacht die er is voor de aanwezigheid van God in het geheel van de schepping, tevens respect inhoudt voor de ander en voor wat hem of haar heilig is. Het is zo belangrijk om in de moderne maatschappij van onze tijd deze aandacht voor God en dit respect voor de mens weer tot leven te wekken.

Voor God is ieder mens heilig. Christus opende aan het kruis zijn armen om de hele mensheid bijeen te brengen in God. Als God ons uitzendt om zijn liefde door te geven tot aan de einden der aarde, dan gebeurt dat vooral door met elkaar in gesprek te gaan op het vlak van ons leven. Nooit is het zijn bedoeling dat we dwang of geweld zouden gebruiken in onze omgang met degenen die Hem niet kennen.

Zoveel jongeren over de hele wereld zijn bereid om meer zichtbaar te maken dat de menselijke familie één is. Ze laten zich uitdagen door de vraag: hoe kunnen we weerstand bieden aan geweld en discriminatie? Hoe kunnen we muren van haat en onverschilligheid omverhalen? Die muren bestaan tussen volken en werelddelen, maar ook heel dichtbij ieder van ons en zelfs binnenin het menselijk hart. Het is aan ons om een keuze te maken: kiezen voor liefde, kiezen voor hoop.

De immense problemen die onze maatschappij kent, kunnen een gevoel van moedeloosheid teweegbrengen. Wanneer we voor liefde kiezen, ontdekken we dat er een vrije ruimte ontstaat van waaruit we kunnen bouwen aan een toekomst voor onszelf en voor hen die aan ons zijn toevertrouwd.

Met een minimum aan middelen maakt God ons tot medescheppers van Hem, zelfs daar waar de omstandigheden ongunstig zijn. Naar de ander toegaan, soms met lege handen, luisteren, proberen te begrijpen... en in een situatie die muurvast zat, kan al iets gaan veranderen.

God wacht op ons in mensen die armer zijn dan wij. “Alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten, dat hebben jullie voor Mij gedaan.” [I]

De enorme ongelijkheid die er zowel in het noorden als in het zuiden bestaat, houdt angst voor de toekomst in stand. Sommigen zijn moedig en zetten hun energie in om de onrechtvaardige structuren te veranderen.

Laten we allemaal onze levensstijl bevragen. Laten we meer eenvoud in ons bestaan brengen. Ons hart zal dan meer beschikbaar worden en zich meer kunnen openen voor anderen.

Tegenwoordig bestaan er talrijke initiatieven om meer samen te delen. Iedereen kan daaraan meedoen. Creatieve en eerlijkere vormen van handel of het microkrediet laten zien dat economische groei en solidariteit met de allerarmsten samen kunnen gaan. Sommige mensen zorgen ervoor dat een deel van hun inkomen bijdraagt aan het herstel van een grotere rechtvaardigheid.

Om onze maatschappij een menselijker gezicht te geven, is het beschikbaar stellen van onze tijd van grote waarde. Iedereen kan proberen naar iemand te luisteren en iemand steun te geven. Al zou het maar aan één enkele persoon zijn: een kind dat verwaarloosd wordt, een jongere die zonder werk zit en het niet meer ziet zitten, iemand die in armoede leeft, een oudere.

Kiezen voor liefde, kiezen voor hoop. Als wij voortgaan op die weg, ontdekken we tot onze verbazing dat God ieder van ons al had uitgekozen, voordat wij ook maar één stap hadden gezet: “Wees niet bang, Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Jij bent kostbaar in mijn ogen en Ik houd van je.” [II]

In het gebed brengen wij onszelf en degenen die ons zijn toevertrouwd, voor Gods welwillend aangezicht. Hij heet ons welkom zoals we zijn: met wat er in ons aan goeds is, maar ook met onze innerlijke tegenstrijdigheden en zelfs met onze tekorten. Het evangelie verzekert ons: onze kwetsbaarheden kunnen een toegangspoort worden waardoor de heilige Geest ons leven binnentreedt.

Dertig jaar geleden schreef frère Roger in Calcutta: “Het gebed is de bron van ons liefhebben. Geef je volkomen belangeloos, met hart en ziel. Lees elke dag een paar woorden uit de Schrift en laat die diep tot je doordringen, zodat je oog in oog komt te staan met een ander dan jijzelf: de opgestane Heer. Laat in de stilte een levend woord van Christus in je opwellen, om dit daarna direct in de praktijk te brengen.”

En toen hij Calcutta verliet, voegde hij hieraan toe: “Wij gaan hier vandaan nadat we de verrassende vitaliteit hebben ontdekt die dit volk, temidden van de diepste ellende, bezit. We hebben mensen ontmoet die ervan getuigen dat een andere toekomst voor iedereen mogelijk is. Het volk van God kan op een heel eigen manier bijdragen aan die toekomst: verspreid als wij zijn over de aarde, kunnen we in de mensenfamilie werken aan een gelijkenis van samen delen. Deze gelijkenis zal genoeg kracht in zich dragen om zichzelf te verspreiden en zal zelfs de meest weerbarstige structuren aan het wankelen brengen. Zo kunnen wij onderlinge verbondenheid tussen mensen creëren.” [III]

Deze oproep van frère Roger is in onze tijd opnieuw actueel. Christenen, verspreid over de aarde, kunnen een hoopvol teken zijn voor alle mensen, als zij vanuit deze verrassend nieuwe boodschap durven leven: na de opstanding van Christus, is de mensheid niet langer verdeeld.

Hoe kunnen wij in deze wereld getuigen van een God van liefde, als we de scheidingsmuren tussen christenen overeind laten staan? Laten we durven toeleven naar een zichtbare eenheid! Als wij ons samen op Christus richten, als wij bijeen zijn in een gemeenschappelijk gebed, zijn wij al verenigd in de heilige Geest. Als wij bidden met een eenvoudig hart, leren we steeds weer dat wij elkaar toebehoren. Kunnen wij de moed opbrengen om nooit meer iets te doen zonder dat wij rekening houden met anderen?

Hoe dichter wij naderen tot Christus en zijn evangelie, des te dichter komen wij tot elkaar.

Als wij ons ontvankelijk tonen voor elkaar, komt er een uitwisseling van gaven op gang. Om in deze tijd het evangelie tot klinken te brengen, moeten al onze gaven gezamenlijk worden ingezet. Zij die hun vertrouwen op Christus hebben gesteld, zijn geroepen om de eenheid die er onder hen bestaat, aan alle mensen aan te bieden. Dan kan Gods lof weerklinken.

Zo wordt die mooie gelijkenis van het mosterdzaadje in het evangelie werkelijkheid: het kleine zaadje wordt een grote struik en de vogels van de hemel komen in zijn takken nestelen. [IV] Geworteld in Christus, zullen we ontdekken dat we open kunnen staan voor iedereen, ook voor hen die niet in Hem kunnen geloven of die onverschillig tegenover Hem staan. Christus maakte zich tot dienaar van allen; Hij veracht niemand.

In deze tijd bezitten wij, meer dan ooit, de mogelijkheden om te leven vanuit een verbondenheid die de grenzen tussen volken overschrijdt. God schenkt ons zijn adem, zijn Geest. En wij bidden tot Hem: “Leid onze voeten op de weg van de vrede.” [V]


1 Aan het begin van zijn ambtsperiode schreef paus Benedictus XVI: “Alle mensen maken deel uit van één en dezelfde familie.” (Boodschap voor Wereldvredesdag 2006)

In Calcutta vormen de christenen een minderheid temidden van andere grote historische religies. In India hebben spanningen tussen de religies geleid tot ernstige gewelddadigheden. Toch vormt wederzijds respect de essentie in de relaties tussen de gelovigen. De feesten van elke traditie worden door de gelovigen van andere tradities gerespecteerd en kunnen zelfs een gelegenheid worden om samen te delen.

2 Een jonge vader van een Libanees gezin schreef ons, terwijl in het Nabije Oosten de bombardementen over en weer toenamen: “Vrede van het hart is mogelijk! Wanneer je vernederd bent, is het verleidelijk om op jouw beurt iemand te willen vernederen. Ondanks het lijden, ondanks de haat die steeds sterker wordt, ondanks het verlangen naar wraak dat in ons opwelt in onze zwakke momenten, geloof ik in die vrede. Ja, vrede hier en nu!”

3 Een aantal broeders van Taizé woont sinds dertig jaar in Bangladesh. De bevolking is er bijna geheel moslim. De broeders delen het dagelijks leven van de allerarmsten en uitgestotenen. Eén van hen schrijft: “Wat we steeds meer ontdekken is dat God aanwezig is in de mensen die de maatschappij uitgestoten heeft omdat ze zwak zijn en schijnbaar nutteloos. Als we hen verwelkomen, nemen ze ons geleidelijk aan mee uit de wereld van hypercompetitie naar een wereld waarin er gemeenschap is van hart tot hart. Temidden van de grote verscheidenheid aan religies en culturen wil onze aanwezigheid in Bangladesh een teken zijn dat de dienstbaarheid aan onze kwetsbare broeders en zusters een weg opent naar vrede en eenheid.”
Dat wat Moeder Teresa in Calcutta begonnen is, stralen haar zusters nog steeds volop uit. De zorg en liefde die aan de allerarmsten worden gegeven, zijn zulke heldere tekenen van Gods liefde. En zoveel anderen overal ter wereld zetten zich in om dezelfde weg van solidariteit te gaan. Waar zouden we op onze aarde zijn zonder hen?

4 Ongelijkheid ontketent vroeg of laat gewelddadigheid. 20% van de wereldbevolking woont in de meest ontwikkelde landen en gebruikt 80% van de natuurlijke hulpbronnen van onze wereld. Een verantwoord beheer van de energiebronnen en het drinkwater wordt steeds urgenter.

5 Ter gelegenheid van de begrafenis van frère Roger, schreef Marcellin Theeuwes, de abt van het klooster ‘la Grande Chartreuse’: “De dramatische omstandigheden van frère Rogers dood zijn niet meer dan uiterlijkheden, niet meer dan een bekleding die extra de nadruk legt op de kwetsbaarheid van frère Roger. Hij maakte die kwetsbaarheid tot een deur, waardoor God bij voorkeur toegang tot ons kan krijgen” (zie ook 2 Korintiërs 12:10).

6 Een christen uit de IVe eeuw verwoordt goed hoe gebed en engagement elkaar aanvullen. Deelname aan de eucharistie spoort volgens hem aan tot solidariteit met de armen: “Wil je het lichaam van de Verlosser eer brengen? Hij die heeft gezegd: “Dit is mijn lichaam,” heeft ook gezegd: “Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten; alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan!” (Mt 25:42,45) Eer Christus dus door je bezittingen te delen met de armen” (Johannes Chrysostomus, Preek 50 over Matteüs).

7 Ook de allereerste christenen, die een heel kleine minderheid vormden in de wereld, waren er al van overtuigd: Christus heeft de scheidingsmuur tussen de volken afgebroken, door zijn leven te geven op het kruis (zie Efeziërs 2:14-16).

8 Een christen die in de VIe eeuw in Palestina leefde, schreef: “Stel je de wereld voor als een cirkel, waarvan God het centrum is. De lijnen naar het middelpunt zijn de verschillende manieren waarop mensen leven. Als degenen die dichterbij God willen komen, naar het midden van de cirkel lopen, komen ze dichterbij elkaar en tegelijkertijd dichter bij God. Hoe dichter ze bij God komen, des te dichter komen ze bij elkaar. En hoe dichter ze bij elkaar komen, des te dichter komen ze bij God” (Doroteüs van Gaza, Onderrichtingen VI).

9 “De manier waarop de Kerk zich verhoudt met de andere godsdiensten, is geïnspireerd op een tweevoudig respect: respect voor de mens in zijn zoektocht naar antwoorden op belangrijke levensvragen, en respect voor de werking van de Geest in de mens. (…) Elk authentiek gebed wordt opgewekt door de heilige Geest, die op verborgen wijze aanwezig is in het hart van ieder mens” (Paus Johannes Paulus II, Redemptoris missio).
Als christenen kunnen we niet verhullen dat Christus Jezus in het centrum van ons geloof staat. Hij verbindt ons op unieke wijze met God (zie 1 Timoteüs 2:5). Maar, in plaats van dat deze zekerheid ons weerhoudt van een daadwerkelijke dialoog, spoort zij ons daar juist toe aan. Want als Jezus uniek is, dan is dat vanwege zijn nederigheid. Daarom kunnen wij nooit in zijn naam op anderen neerkijken, maar ons slechts ontvankelijk voor hen tonen en ons door hen laten verwelkomen.

10 Dietrich Bonhoeffer is één van de mensen die ons op deze weg kan ondersteunen. Hij gaf zijn leven als een martelaar, in de donkerste periode van de 20e eeuw. Slechts enkele maanden vóór zijn dood schreef hij, vanuit de gevangenis, deze woorden, die wij nu in Taizé zingen:
God, richt mijn gedachten op U alleen.
Bij U is de bron van het licht, U zult mij niet vergeten.
Bij U vind ik hulp, U bent geduldig.
Ik begrijp uw wegen niet, maar U weet welke weg ik gaan moet.

Bijgewerkt: 29 januari 2007

Opmerkingen

[IMatteüs 25:40

[IIJesaja 43:1-4

[IIIFrère Roger, Brief aan het volk van God, 1976

[IVZie Lucas 13:18-21.

[VZie Lucas 1:79.

Klik hier voor informatie over de gedrukte versie van de Brief uit Taizé.