Als we het evangelie openen, kan ieder zeggen: “Deze woorden van Jezus zijn als een brief van heel lang geleden, die me geschreven werd in een onbekende taal. Omdat hij me geschreven werd door iemand die mij liefheeft, probeer ik er de bedoeling van te begrijpen en wil ik meteen het weinige in praktijk brengen dat ik ervan begrepen heb...”
Uitgebreide kennis is in het begin niet belangrijk. Ze zal haar grote waarde tonen. Maar de mens begint het Mysterie van het Geloof te begrijpen door het hart, in zijn diepten. Kennis zal volgen. Alles wordt niet tegelijk gegeven. Een innerlijk leven wordt stap voor stap opgebouwd. Nog meer dan gisteren dringen we vandaag stapsgewijs door in het geloof.
In het diepst van ons menszijn ligt de hoop op een aanwezigheid, het stille verlangen naar gemeenschap. Laten we niet vergeten dat alleen al dit verlangen naar God het begin is van geloof.
Niemand slaagt erin het evangelie in zijn eentje te begrijpen. Maar ieder kan zeggen: “In de unieke gemeenschap van de Kerk begrijpen anderen wat ik niet begrijp van het geloof, en leven daaruit. Ik vind niet alleen steun op mijn eigen geloof, maar op het geloof van christenen uit alle tijden, van hen die ons zijn voorgegaan, vanaf Maria en de apostelen tot aan christenen van vandaag. En dag na dag stel ik me innerlijk in om het Mysterie van het Geloof te vertrouwen.”
Dan blijkt dat het geloof, het vertrouwen in God, iets heel eenvoudigs is, zo eenvoudig dat allen het zouden kunnen aannemen. Het is als een opleving die duizendmaal herhaald wordt, het hele leven lang, tot aan de laatste adem.
Broeder Roger