Jezus zei tot zijn leerlingen: Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen.

Omdat u alles kunt, Heer, ontfermt u zich over iedereen; u ziet voorbij aan de zonden van mensen, opdat zij naar u terugkeren. Alles wat er is hebt u lief.

Jezus zegt: Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde. Verzamel schatten in de hemel. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

Jezus riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit. Ze gingen op weg en riepen op tot bekering, en ze dreven veel demonen uit.

Petrus schreef: Wij hebben de stem van God, de Vader, tegen Christus horen zeggen: “Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde.”

Jezus zond zijn twaalf leerlingen uit en zei tot hen: Verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.” Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!

Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.

Jezus vroeg aan blind iemand: “Wat wilt u dat ik voor u doe?” Hij antwoordde: “Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.” Jezus zei tegen hem: “Ga heen, uw geloof heeft u gered.” En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.