Wie op de Heer vertrouwt is als een boom geplant aan water. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht.

Paulus schreef: Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij.

Wees vrijgevig. U kent de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden.

Toen de opgestane Jezus met twee leerlingen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik.

God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon.

Jezus bad zijn Vader voor zijn leerlingen: Ik ben al niet meer in de wereld, ik ga naar u toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de naam die u ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één zijn.

De Heer zei tot zijn dienaar: In gerechtigheid heb ik jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en ik maak je tot een licht voor alle volken.

Jezus zegt: Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.