Na de broodvermenigvuldiging zeiden de mensen over Jezus: “Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.” Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.

De dood is niet door God gemaakt. God vindt geen vreugde in de ondergang van enig levend wezen. Hij heeft alles geschapen om het te laten bestaan.

Jezus richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God.

Paulus schreef: Oefen jezelf in een vroom leven, omdat het een belofte inhoudt voor dit leven en het leven dat komen zal.

Jezus zei: Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij.

Paulus schreef: Wees één van geest. Aan u is de genade geschonken niet alleen in Christus te geloven, maar ook omwille van hem te lijden.

Toen de leerlingen Jezus over het water zagen lopen, raakten ze in paniek. Maar hij sprak hen meteen aan en zei: Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang.

Jezus zegt: Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.