Toen veel leerlingen van Jezus weggingen, vroeg hij aan de twaalf: “Willen jullie soms ook weggaan?” Petrus gaf antwoord: “Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven.”

Hier ben ik, Heer. Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet.

Dit is het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Volgens wat geschreven staat in Jesaja, de profeet: Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal je een weg banen. Een stem roept in de woestijn: maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!

U moet zich inspannen om in vrede te worden aangetroffen. Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is.

Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping.

Ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Al is het donker om mij heen, de Heer is mijn licht.

God, u hebt mijn leven aan de dood ontrukt. Nu kan ik wandelen onder Gods hoede in het licht van het leven.

Jakobus schreef: De boodschap alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen.