De opgestane Jezus blies over zijn leerlingen heen en zei: Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven.

Laten we ons ontdoen van de praktijken van de duisternis. Omkleed u met de Heer Jezus Christus.

De Heer zegt: Mijn geest, die op jou rust, en de woorden die ik je in de mond heb gelegd, zullen uit jouw mond niet wijken.

Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om te bidden. De hele nacht bleef hij tot God bidden.

Doorgrond mij, Heer, en ken mij, peil mijn hart, want uw liefde staat mij voor ogen en ik bewandel de weg van uw waarheid.

Ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Al is het donker om mij heen, de Heer is mijn licht.

Door toedoen van de dienaar van de Heer slaagde wat de Heer wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.

De apostelen waren verheugd dat ze waardig bevonden waren vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de messias is.