TAIZÉ

Bijbelteksten met uitleg

 
Hieronder wordt een bijbeltekst voorgesteld om het zoeken naar God ook in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Neem tijdens de dag wat tijd om in stilte de voorgestelde bijbeltekst te lezen met de korte uitleg en vragen. Vervolgens kun je in een kleine groep van 3 à 10 personen samenkomen om kort met elkaar te delen wat ieder ontdekt heeft. Dit kan eventueel afgesloten worden door een tijd van gebed.

JPEG - 134.8 kB

2023

Mei

1 Korinthiërs 8:1-13: De liefde bouwt op
Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. Wanneer iemand zich inbeeldt dat hij kennis bezit, is het toch nog niet de ware kennis. Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij door God gekend. Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde - en zo zijn er immers heel wat goden en heren - , wij weten: er is één God, de Vader uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus door wie alles bestaat en door wie wij leven.
Maar niet iedereen bezit deze kennis. Sommigen van u zijn zo aan hun afgod gewend dat ze het offervlees nog altijd als een offer aan die afgod zien. Hierdoor wordt hun geweten, dat zwak is, bezwaard. Nu zal ons voedsel ons niet bij God brengen: eten wij niet, dan zal ons dat niet tot nadeel strekken; eten wij wel, dan zal ons dat niet tot voordeel strekken. Maar let erop dat de vrijheid die u hebt geen struikelblok wordt voor de zwakken onder u.
Wanneer namelijk iemand met een zwak geweten ziet dat u, met uw kennis, in een afgodentempel deelneemt aan een maaltijd, wordt hij er dan niet toe verleid dat offervlees te eten? Zo gaat de zwakke door uw kennis verloren, een broeder of zuster voor wie Christus gestorven is. Op die manier zondigt u tegen hen, en door hun zwakke geweten te ondermijnen zondigt u tegen Christus. Als ik dus door vlees te eten mijn broeder of zuster ten val breng, wil ik het nooit ofte nimmer meer eten; dan breng ik hen niet ten val.
(1 Korinthiërs 8:1-13)

Zijn wij gerechtigd om voedsel te eten dat als offer aan afgoden wordt aangeboden? De stad Korinthe was voor het grootste deel heidens; er waren veel tempels. Er werden dieren geofferd aan de goden, en het vlees werd gegeten tijdens heilige maaltijden of anders verkocht op de markt. Of het nu was bij een zakelijke bijeenkomst met niet-christelijke partners of tijdens een volksfeest, er waren veel gelegenheden waarbij dit vlees gegeten werd. Het kon welgestelde en invloedrijke christenen zelfs helpen om ervoor te zorgen dat hun relatie met de ’beau monde’ niet in het geding kwam vanwege hun religieuze scrupules.

Deze christenen konden zich daarbij beroepen op een eenvoudig argument: er is maar één God, dus is het zinloos om vlees te offeren aan afgoden. Door een bepaalde waarde aan dat voedsel toe te kennen zou je tevens belang toekennen aan de valse goden van Griekenland en Rome, en dat zou een zeer slechte zaak zijn.

In een lange uiteenzetting bevestigt Paulus de geldigheid van deze redenering. Maar tussen twee argumenten waarin hij de gemeente waaraan hij schrijft gelijk geeft, merkt hij op dat deze onmiskenbare waarheid niet voor alle christenen vanzelfsprekend is. Door de zwakte van hun kennis en van hun geloof geven zij dit vlees een waarde die het niet heeft.

De kennis van de sterken kan ertoe leiden dat de zwakken struikelen, dat wil zeggen degenen die Christus door zijn opstanding heeft opgetild en met wie hij zich identificeert door het kruis. Een ethische keuze die uitsluitend is gebaseerd op kennis - zelfs als deze kennis juist is! - doet iemand zondigen tegen Christus. Door zijn dood daalde Christus af naar de zwakken, en door zijn opstanding heeft hij hun een unieke waardigheid gegeven. Bovendien heeft hij door broeder te worden van alle mensen, ons tot broeders en zusters van elkaar gemaakt. Dat betekent dat iedereen die iemand ten val brengt die zwak is, precies het tegenovergestelde van wat Jezus aan het kruis deed, zelfs als hij of zij technisch gezien gelijk heeft.

Eigenlijk staat het antwoord al in het eerste vers van het hoofdstuk: kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. In het leven van christenen met elkaar is broederlijke en zusterlijke liefde een stabieler en gezonder fundament dan elke vorm van kennis. Natuurlijk is het absoluut niet zo dat Paulus kennis op het geloofsgebied afwijst. Hij prijst de kennis van de Korinthiërs (1:5) en hij is zich terdege bewust dat kennis de gemeenschap kan "opbouwen" (zie hfdst. 14). Bovendien, als Paulus kennis zou afwijzen, zou hij zeker niet zoveel tijd en moeite hebben gestoken in het onderwijzen van de gemeente. Het probleem is dus niet zozeer kennis als zodanig, maar de illusie dat als je kennis hebt, dit betekent dat je niet lief hoeft te hebben (13:2). Uiteindelijk geldt dat alleen de liefde telt, dat alleen de liefde blijft (13:13). Elke daad van liefde die wij in de voetstappen van Christus verrichten is eeuwig en blijft bestaan, omdat dit een weerspiegeling is van de volmaakte Liefde die Christus ons heeft betoond aan het kruis.

- Ben ik het eens met Paulus? Waarom wel/niet?

- Welke situaties kun je bedenken waarin vandaag de dag verdeeldheid kan ontstaan omdat wij koste wat kost gelijk willen hebben? Hoe kan ons zoeken naar vertrouwen ons helpen om open te staan voor mensen met een andere zienswijze en om te kijken naar mensen die zwakker zijn dan wij?

- Hoe helpt het voorbeeld van de gekruisigde Christus ons om dragers van eenheid te zijn?



Andere bijbelteksten met uitleg:

Bijgewerkt: 1 mei 2025
De bijbeltekst op deze pagina is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004.